Voorbereidende opdrachten

  1. Vul deze zin aan: ……… is de vorm van …….. die het meeste voorkomt.

  2. Hoe komt het dat het moeilijk vast te stellen is als iemand een beginnende vorm van Alzheimer heeft?

  3. Noem twee oorzaken voor het ontstaan van plaques bij mensen met een erfelijke afwijking.

  4. Noem een oorzaak voor het ontstaan van plaques bij mensen die geen erfelijke afwijking hebben.

  5. Leg in je eigen woorden uit hoe een PET-scan werkt.

  6. Waarom is er geen uitsluiting van Alzheimer als iemand de klokkentest wel goed kan maken?

  7. Waardoor komt Alzheimer vaker voor bij vrouwen dan bij mannen?

  8. Noem twee oorzaken waardoor vrouwen ouder worden dan mannen.

  9. Hoe komt het dat sommige patiënten weer beter kunnen praten en zich beter kunnen concentreren door de medicijnen galantamine en rivastigmine?

  10. Hoe komt het dat het geheugen van sommige patiënten beter wordt van het medicijn memantine?

  11. Waardoor kost het zoveel tijd om een medicijn tegen Alzheimer te ontwikkelen?

  12. Welke stappen zijn er allemaal nodig voordat een medicijn op de markt kan komen?